Van bacterie tot mens

In Darwins boek 'De oorsprong der soorten' legt hij uit dat alle levende wezens afstammen uit eencellige levensvormen. De vraag is of de huidige stand van de wetenschap deze theorie ook kan bevestigen. Dit omdat sommige mensen nog klakkeloos geloven dat dit waar is.

 

Fossielen

Als deze theorie waar zou zijn, dan zouden wij allerlei overgangsvormen van de ene naar de andere levensvorm moeten kunnen vinden in het fossielenbestand.

 

Zoektocht

De wetenschap heeft inmiddels enorm veel onderzoek gedaan naar het fossielenbestand. Wat daaruit valt op te maken is dat deze overgangsvormen feitelijk ontbreken. Wel is er een bijzondere periode aan te wijzen. Deze periode heet de Cambrische explosie.

 

Stammen

De hoogste categorie in het dierenrijk bestaat uit zo'n 40 stammen. Deze 40 stammen zijn meer dan vijfhonderd miljoen jaar geleden zomaar ineens opgedoken in het fossielenbestand. Deze periode heet de Cambrische periode.

 

Cambrische periode

De cambrische periode wordt ook wel eens de 'oerknal van het leven' genoemd. Zonder verdere voorafgaande overgangsvormen blijken de 40 stammen van het leven in die periode zijn ontstaan.

 

Nuance

Heeft Darwin het dan helemaal fout gezien? Nee, zeker niet. Binnen de dieren- en plantenwereld zijn er zeker kleinere evoluties bekend. Dit wordt ook wel de micro-evolutie genoemd.

 

Conclusie

Objectieve wetenschappers kunnen niet anders concluderen dan dat de evolutie der soorten nooit heeft plaatsgevonden. Er is gewoon geen bewijs voor. De Cambrische periode maakt daarentegen het bewijs voor een schepper wel heel sterk.

 

Geloof in en schepper

Het geloof in een schepper vraagt minder verbeeldingsvermogen dan het geloof in het ontstaan van leven uit eencellig leven. Beiden zijn geloven, maar de ene is veel ongelofelijker dan de ander.

 

Bronnen:

• Boek: Feiten genoeg - van Lee Strobel
• Wikipedia: de Cambrische Explosie