
Leven ontstaan uit oersoep?
Het Miller-Urey-experiment
Nog steeds geloven veel mensen dat het leven op aarde spontaan is ontstaan. Basis voor dit geloof vormt het geloof in het darwinisme (evolutie theorie). Meer specifiek gaat het om het geloof in de juiste interpretatie van het Miller-Urey-experiment. Een experiment wat in nog veel studieboeken, zonder enige kritiek, als waar wordt gepresenteerd.
Het expiriment
Miller en Urey lukte het om, onder bepaalde atmosferische omstandigheden, uit anorganische stoffen een aminozuur te realiseren. Enkele van die aminozuren (13 van de 22) worden door levende cellen gebruikt.
Oersoep
Uit de oersoep kwamen ook enkele andere chemische verbindingen. Bouwstoffen voor bijvoorbeeld DNA en RNA werden echter niet gemaakt.
Interpretatie
Wetenschappers veronderstelde echter dat hiermee was aangetoond dat het leven op aarde ooit, onder bepaalde atmosferische omstandigheden, spontaan heeft kunnen ontstaan.
Kritiek
Wat je meestal niet hoort is dat er ook massa's wetenschappers kritische kanttekeningen plaatsen bij de interpretatie van dit experiment.
Juiste atmosfeer?
Miller en Urey gebruikte een methaan-ammoniak-atmosfeer. Er is echter geen enkele bewijs dat deze atmosfeer de juiste was. Daarentegen is er wel veel bewijs dat dit onjuist was.
Organische moleculen
Bepaalde studieboeken geven aan dat er wel degelijk organische verbindingen hadden kunnen ontstaan uit de oersoep. Wetenschappers geven echter aan dat het dan vooral om formaldehyde en cyanide zou gaan. Eiwitten - de belangrijkste bouwstenen van levend materiaal - lossen daarin op.
Conclusie
Het realiseren van leven is oneindig veel moeilijker dan door sommige darwinisten wordt gesuggereerd. Je moet de juist onderdelen, op de juiste manier en op het juiste moment bij elkaar krijgen.
Geloof in en schepper
Het geloof in een schepper vraagt minder verbeeldingsvermogen dan het geloof in deze manier van het ontstaan van leven. Beiden zijn geloven, maar de ene is veel ongelofelijker dan de ander.
Bronnen:
- Boek: Feiten genoeg - van Lee Strobel
- Wikipedia: Miller-Urey-experiment